Jan Ton en Hanneke Hoeve zijn de drijvende krachten achter Maatschap Ton-Hoeve in het Drentse De Punt. Na een verhuizing, nu zo’n vierenhalf jaar geleden vanuit het Noord-Hollandse Beets, kwamen zij al snel in aanraking met de net uit Amerika teruggekeerde Gerrit Kerssies. Een goedlopende en succesvolle samenwerking erkent ook Gerrit Kerssies: “Qua productie per koe behoren ze absoluut tot mijn beste klanten.” Tijd voor een goed gesprek aan de keukentafel in De Punt met Jan Ton en Gerrit Kerssies.
Maatschap Ton-Hoeve heeft 140 stuks vee, tachtig melkkoeien en zestig jonge dieren en werkt dus samen met rundveespecialist Gerrit Kerssies. “Hoe de samenwerking er precies uit ziet”, vraagt Jan Ton? “Nou feestjes en barbecues en zo”, schaterlacht Jan met Gerrit instemmend knikkend naast hem. “Maar zonder gekheid, hij kwam hier voor de eerste keer zo’n vier jaar geleden eigenlijk alleen om sperma te brengen. Wij waren toen net verhuist en de dieren hadden nogal te leiden aan verzuring in de pens. Volgens Gerrit kwam dit door een verkeerde samenstelling van de brokken. Hij heeft een andere samenstelling van de brokken voorgeschreven. In het begin veranderde er niet zo veel.” Gerrit begint te lachen. “Toen heb je mij geregeld gebeld met jouw geklaag. Ik heb hem vooral gezegd rustig te blijven en dat de resultaten, meer productie per koe, vanzelf zouden komen.”
En de productie werd daarna snel beter. Inmiddels omschrijft Gerrit Maatschap Ton-Hoeve als zijn beste klant qua melkproductie. “De productie per koe, 11176 liter, is echt heel goed. Aan het begin van de samenwerking was dit nog 9800 liter, dus ze zijn fors meer gaan produceren. Maar dat heeft niet zoveel met mij te maken hoor. Jan weet heel goed wat goed is voor zijn dieren en heeft veel verstand van ruwvoer.”
‘Voor koningsdag de eerste snee gras van het land’
Jan beaamt dat hij veel weet van ruwvoer en benadrukt dat hij daarin ook veel werk en tijd heeft ingestoken. “De grond van mijn 49 hectare land was ontzettend zuur door een lage PH-waarde toen wij hier kwamen wonen. Inmiddels, door het gebruik van kalk, is dat stukken beter en daar hebben we nu profijt van. Verder verbaas ik mij erover hoe lang boeren in het noorden wachten om de eerste snee gras van het land te halen. De meeste beginnen pas eind mei, maar ik heb al jaren de traditie om voor koningsdag de eerste snee al van het land te hebben. Tegen de tijd dat ik toe ben aan de tweede keer maaien, zijn de meeste net klaar met de eerste snee.” Gerrit benadrukt dat hij normaal ook veel advies geeft over ruwvoer, alleen dat dit bij Maatschap Ton-Hoeve absoluut niet noodzakelijk is. “Daar heeft Jan zelf genoeg verstand van”, zegt Gerrit.
‘Gerrit weet wat het beste is voor de koe’
De kracht van Gerrit is vooral dat hij denkt vanuit het oogpunt wat het beste is voor een koe vindt Jan Ton. “Hij kijkt naar koeien, wat is er precies aan de hand, hoe hoog is de productie en wat is het gedrag van het dier. Vervolgens bepaalt hij welke grondstoffen het beste zijn voor de veestapel en past hij daar de samenstelling van het krachtvoer op aan,” vertelt Jan.
“Ik redeneer vooral vanuit de aparte grondstoffen”, begint Gerrit zijn betoog. “ Dat heb ik geleerd in mijn tijd in Amerika. Dus welke grondstoffen zijn in welke hoeveelheid vertegenwoordigd in het voer, wat is het gedrag en de productie daarbij en wat kan er vervolgens worden verbeterd. Daar pas ik dan de samenstelling van de brok op aan. Een koe heeft altijd gelijk zeg ik altijd. Numbers don’t lie, leerde ik in Amerika en dat klopt helemaal. Een goede productie hangt af van de juiste voeding. In de praktijk heb ik al mijn kennis over veevoeding opgedaan, zoiets leer je niet op de Hogere Agrarische School waar ik ook op gezeten heb.” Door de samenwerking met Veevoederbedrijf Gebroeders Fuite kan Gerrit zelf de samenstelling van de brok bepalen en desgevraagd ook eenvoudig aanpassen.
‘Prijs van voer vaak bepalend, niet wat een koe nodig heeft’
Jan Ton vindt dat te veel boeren naar de prijs van het voer kijken en minder wat goed is voor het dier. “Als tarwe bijvoorbeeld goedkoop is, krijgen de dieren veel tarwe. Een koe is een gewoontedier, de samenstelling van de brok moet zoveel mogelijk hetzelfde zijn. Dat is het beste voor de productie en voor de gezondheid van het dier.”
De twee zien de samenwerking voor de toekomst als gewaarborgd. “We werken vooral goed samen, in plaats van dat ik zeg wat hij moet zoals dat normaal toch wel gaat”, zegt Gerrit. “Jan heeft verstand van zaken, dus die hoef ik echt niet te gaan commanderen. In onderling overleg komen we er samen uit wat het beste is voor zijn veestapel. Dat is de kracht van onze samenwerking en de reden dat Maatschap Ton-Hoeve beschikt over een gezonde en productieve veestapel.”
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.